Pijler 2 Geloof in God - pag. 5/7
Hebreeën 6:1-2 "Leg het fundament van geloof in God ..."
Geloof en werken
Geloof is iets wat God aan een ieder heeft toebedeeld Romeinen 12:3. Het moet gepaard gaan met werken, want anders is het geloof dood Jacobus 2:26. Gods Woord zegt dan ook dat we gerechtvaardigd worden door:
- geloof Romeinen 5:1 = wat we geloven;
- woorden Romeinen 3:4 = wat we spreken;
- werken Jacobus 2:24 = wat we doen.
Geloof is echter nooit gebaseerd op werken, maar werken zijn het gevolg van geloof. Eerst komt geloof dus en dan pas werken; niet door werken worden we behouden, maar door geloof in de genade van God Efeze 2:8-9. Hij is het die ons de genade(gave), het eeuwige leven, de verlossing in Jezus Christus schenkt Romeinen 6:23. Wat verlossing precies inhoud geeft Titus 3:5 voortreffelijk weer.

Paulus zegt, dat wij "de geest des geloofs hebben". Degenen die deze geest van levend geloof in hun hart hebben ontvangen, zullen hiernaar gaan leven, wat tot uitdrukking zal komen in nieuwe werken. Levend geloof kenmerkt zich dan ook door onderwerping en gehoorzaamheid aan God. We zien dat bij dit onderdeel "Geloof in God", we werkelijk niet om Jezus heen kunnen, omdat Hij het begin en het einde is van ons geloof. Hebreeën 12:2 zegt het zo
"Laat ons oog daarbij (alleen) gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde welke vóór Hem lag, het kruis op zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods".