Pijler 2  Geloof in God - pag. 6/7


Hebreeën 6:1-2 "Leg het fundament van geloof in God ..."

Wet en Genade

We hebben in het voorgaande gezien, dat wie in Christus gelooft, behouden is en dat de gerechtigheid van zo'n persoon niet afhankelijk is van het houden van de wet van Mozes. Johannes 1:17 zegt dat de wet van Mozes werd gegeven, maar dat de genade en de waarheid door Jezus gekomen zijn.

Om de "positie van de gelovige ten opzichte van de wet" te kunnen bestuderen, zijn er "drie belangrijke feiten" die we moeten kennen, deze zijn:

  • het wetssysteem gegeven door God via Mozes aan Israël gegeven, was compleet en definitief Deuteronomium 4:1-2;
  • wie onder de wet valt is verplicht deze geheel en altijd te houden, omdat anders schuld ontstaat Jacobus 2:10-11;
  • de wet werd uitsluitend aan Israël opgelegd Deuteronomium 4:1-2.

Romeinen 6:14 richt zich tot de gelovige christenen en zegt dat de gelovigen niet onder de wet, maar onder de genade zijn en dat de zonde als gevolg hiervan geen heerschappij over hen voert.

De wet versterkt de macht van de zonde voor hen die daaronder leven. De enige wijze om aan deze overheersing te ontsnappen is, om onder de wet uit te komen en om onder de genade te gaan leven. Prijst God dat Christus het einde der wet is en dat er gerechtigheid is voor een ieder die in Hem gelooft Romeinen 10:4.

God zelf heeft door Christus' dood het bewijsstuk / handschrift, dat door zijn inzettingen en wetssysteem tegen ons getuigde, uitgewist en weggedaan Kollosenzen 2:13-14! Uit Kollosenzen 2:16 blijkt verder, dat dit "uitwissen" compleet geschiedde, dus inclusief de Tien Geboden. Dit moet ook wel, omdat deze geboden onderdeel zijn van dat ene complete wetssysteem.

Om het minste spoor van twijfel hierover uit de weg te nemen, zegt Paulus hierover in Efeze 2:14-15 dat Christus de wet der geboden buiten werking gesteld heeft.

Voor zowel Jood als heiden is het nu mogelijk om door geloof in Christus te worden verzoend met God. Zo zien we dus dat Gods kinderen niet onder de wet leven, maar onder de genade.