Pijler 4 Doop in de Geest - pag. 3/5
Hebreeën 6:1-2 "Leg het fundament van een leer van dopen ..."
Ervaring 2: op de zondag van de Pinksteren
Nadat Jezus op Zijn discipelen had geblazen, sprak Hij op een later tijdstip, namelijk vlak voor Zijn Hemelvaart, weer tot hen. Ze moesten wachten op de belofte van de Vader, aldus Lucas 24:49. Handelingen 1:5 zegt, dat de discipelen met / in de Heilige Geest gedoopt zouden worden. Verder vertelt Handelingen 1:8 ons, dat zij kracht zouden ontvangen als de Heilige Geest over hen kwam. Dit alles gebeurde ook werkelijk op de zondag van Pinksteren.

Conclusie: het bovenstaande laat zien dat de behoudenis, of de wedergeboorte, duidelijk een afzonderlijke ervaring is van de doop in de Heilige Geest, hoewel beiden worden omschreven als "het ontvangen van de Heilige Geest".
De Bijbel bevestigt deze conclusie ook nog door andere gebeurtenissen, die na de Pinksterdag volgden. Verder gebruikt de Bijbel verschillende uitdrukkingen voor de doop in de Heilige Geest, b.v.:
- de Heilige Geest viel op hen;
- zij werden gedoopt met / in de Heilige Geest;
- de gave van de Heilige Geest was op hen uitgestort;
- zij ontvingen de Heilige Geest;
- God schonk hun de gave van de Heilige Geest;
- de belofte van de Geest ontvangen.
Slotsom:
- een christen ontvangt de Heilige Geest als een op zichzelf staande en op de bekering volgende ervaring;
- ontvangt iemand gelijktijdig met zijn bekering de doop in de Heilige Geest, dan blijft de ervaring van de bekering toch verschillen van die van de doop in de Heilige Geest;
- het bewijs dat iemand de Heilige Geest heeft ontvangen is het spreken in tongen;
- bekering leidt niet automatisch tot het ontvangen van de Heilige Geest.