Pijler 5  Oplegging van handen - pag. 5/7 


Hebreeën 6:1-2 "Leg het fundament van een leer van oplegging der handen ..."

Doel 3: Het meedelen van geestelijke gaven

Een gelovige moet schriftuurlijk gezag achter zich hebben staan, wil hij geestelijke gaven aan anderen kunnen meedelen. Het meedelen van geestelijke gaven heeft tot doel de gemeente te vertroosten, te bemoedigen en te versterken. Dit kan alleen door de gaven van de Geest vrij te laten werken in de verschillende leden van de geloofsgemeenschap.

 Het resultaat van de geestelijke gaven moet altijd zijn: wederkerig dienstbetoon van de individuele leden aan elkaar. Paulus wist dit ook, want hij zei o.a. in Romeinen 1:11-12 "Want ik verlang u te zien om u enige gaven mede te delen tot uw versterking, dat is te zeggen: onder u mede bemoedigd te worden door elkanders geloof, van u zowel als van mij".

Als de gaven van de geest niet (allen) werkzaam zijn in de gemeente, dan kan het Lichaam van Christus nooit op het niveau van kracht en resultaat functioneren zoals god dit bedoeld heeft.

In de Bijbel vinden we een mooi voorbeeld van hoe een geestelijke gave aan Timotheus wordt meegedeeld. Feiten in dit verband zijn, dat Timotheus:

  • een gave had ontvangen 1 Timotheus 4:14
  • deze gave had gekregen door handoplegging 2 Timotheus 2:6
  • de handen kreeg opgelegd door Paulus en de oudsten 1 Timotheus 4:14 + 2 Timotheus 1:6;
  • een profetenwoord ontving tijdens deze handoplegging 1 Timotheus 4:14;

God had een speciale opdracht voor Timotheus en daarvoor had hij een geestelijke gave nodig. Iedere dienaar van God zal voortdurend in strijd zijn met het rijk der duisternis en de belangrijkste wapens van de vijand zijn twijfel en angst. Ongetwijfeld had Timotheus ook met deze vijanden te maken, want in 2 Timotheus 1:7 zegt Paulus:

"Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid".

Paulus remedie tegen angst is:

  • de gave van God in je aan te wakkeren, zodat je (weer) in vuur en vlam wordt gezet;
  • je de woorden van God herinneren, zodat je daarin bemoediging vindt om door te gaan.

Volgens Gods Woord zijn dezelfde geestelijke vragen er nog steeds om Gods volk te versterken en te bemoedigen.