Pijler 7  Eeuwig oordeel - pag. 2/9


Hebreeën 6:1-2 "Leg het fundament van een leer van eeuwig oordeel ..."

In het OT blijkt al dat God de Rechter is. Zie b.v. Genesis 16:25 en Psalm 94:2. God oefent volgens Johannes 3:17 + 2 Petrus 3:9 met tegenzin toorn en oordeel uit. Het is de Vader die oordeelt 1 Petrus 1:17. De Vader heeft het oordeel echter weer overgedragen aan Zijn Zoon Johannes 5:22-23 en de Zoon heeft op Zijn beurt het oordeel weer overgedragen aan het Woord van God Johannes 12:47-48.

De algemene principes van het oordeel zijn volgens Gods Woord, dat het:

  • naar waarheid is Romeinen 2:2 (SV);
  • naar werken en motieven is Romeinen 2:6;
  • zonder aanzien van de persoon is Romeinen 2:11;
  • naar het licht is dat iemand heeft Romeinen 2:12.


Gods oordelen

Gods oordeel kent twee stadia. Het is een oordeel:

  1. in de tijd of geschiedenis;
  2. in de eeuwigheid; dit is het eeuwig oordeel waar Hebreeën 6:2 over spreekt. 

"Het eeuwig oordeel" volgt na de afsluiting van "het oordeel in de tijd". Het is het oordeel dat iedere menselijke ziel in de eeuwigheid wacht, nadat de tijd en de geschiedenis zijn afgesloten. Zowel goddelozen als rechtvaardigen zullen dit ondergaan.
Uit Exodus 20:5 blijkt, dat "een oordeel in de tijd" generaties lang kan doorwerken.

Voorbeelden van historische oordelen:

  • God oordeelde Sodom en Gomorra  vanwege trots, overdaad, zorgeloze rust en gebrek aan bewogenheid Genesis 24 en 25.
  • God oordeelde Ananias en Saffira Handelingen 5:10 vanwege de poging tot misleiding van de Heilige Geest. 

Persoonlijk berouw en geloof in het hart zal Gods oordeel afwenden en de mens genade schenken.
Voor de gelovige is de belangrijkste les van de geschiedenis, dat God zich als onveranderlijk trouw openbaart.