Pijler 7 Eeuwig oordeel pag. 6/9
Hebreeën 6:1-2 "Leg het fundament van een leer van eeuwig oordeel ..."
Oordeel fase I: beoordeling van christelijk dienstbetoon volgens enkele gelijkenissen
De gelijkenis van de talenten
Mattheus 25:15 is een sleutelvers.
God blijkt aan iedere gelovige het maximum aantal talenten te verstrekken dat hij naar zijn bekwaamheid aan kan.
De beoordeling is niet naar het aantal talenten, maar is wel naar trouw en de mate van trouw blijkt uit het winstpercentage.
De heer vindt de eerste twee slaven even trouw, want ze benutten beiden maximaal hun bekwaamheid.
De derde slaaf wordt ontnomen wat hij heeft en wordt zelfs "uit de tegenwoordigheid van zijn heer" geworpen op grond van zijn "zonde van nalatigheid".
De gelijkenis van de ponden
In Lucas 19:16-19 zien we dat de beloning van de eerste slaaf groter is dan die van de tweede, want:
- alleen slaaf één wordt geprezen als "goede slaaf" en
- alleen slaaf één krijgt gezag over tien steden.
De beloning is hier in verhouding tot de gemaakte winst. Verder blijkt dat getrouw dienstbetoon in het huidige en toekomende tijdperk wordt beloond met posities van gezag en verantwoordelijkheid in het Koninkrijk van God.
In beide gelijkenissen wordt de ontrouwe slaaf betiteld met "gij slechte slaaf". Slechtheid is voor God:
- actief slecht doen, maar ook;
- nalaten het goede te doen.
Jacobus 4:17 "Als iemand dan weet goed te doen en het niet doet, is het hem tot zonde".
Bij het onderdeel vuurproef zagen we, dat de werken van sommige gelovigen worden verbrand, maar dat de ziel van zo iemand wel wordt gered, maar in deze gelijkenissen krijgt de ontrouwe slaaf én geen beloning én wordt hij uitgeworpen.
Blijkbaar zorgen activiteiten, hoewel verkeerd gericht en onbeloond, toch nog voor redding van de ziel, omdat het feitelijke geloof in Christus echt is. Wie echter Christus belijdt, maar Hem nooit actief probeert te dienen is een huichelaar.
Huichelaars worden, evenals ongelovigen, naar de "buitenste duisternis" verbannen Mattheus 24:51 en Lucas 12:46.
Alleen de oprechte gelovigen, die actief zijn geweest met hun talenten voor God, zullen voor de "rechterstoel van Christus" verschijnen, maar wel pas nadat de huichelaars zijn uitgezuiverd en verbannen.