Pijler 7 Eeuwig oordeel - pag. 9/9
Hebreeën 6:1-2 "Leg het fundament van een leer van eeuwig oordeel ..."
Oordeel fase III: een grote witte troon (zie Bijlage C)
ALLE OVERIGE DODEN WORDEN OPGEWEKT EN GEOORDEELD VOOR DEZE TROON
Dit oordeel vindt plaats aan het einde van het millennium.
Openbaringen 20:11-15 "En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchten, en geen plaats werd voor hen gevonden.
En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken stond, naar hun werken.
En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken.
En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs.
En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs".
Deze fase luidt het definitieve einde van alle zonde en rebellie tegen God in. Alleen degenen die in "het boek des levens" staan geschreven, gaan niet naar de poel des vuurs.
Hieronder volgt het (minimum) aantal categorieën van mensen dat zal worden opgewekt aan het einde van het 1000 jarig rijk.
- Ongelovigen Openbaringen 20:13
(alle onrechtvaardigen worden aan het einde van het millennium geoordeeld); - Gelovigen met beperkte kennis van God Lucas 11:31-32
(mensen die van Christus kunnen zijn, maar wel gelovig hebben gereageerd naar het licht wat zij hadden; zij worden ontheven van veroordeling en zullen opstaan ten leven b.v. de koningin van Sheba en de mannen van Ninevé); - De rechtvaardigen die gestorven zijn in het 1000 jarig rijk Jesaja 65:20
(in het millennium leven mensen langer, men is nog steeds aan de dood onderworpen; daarom zal deze groep eveneens opstaan ten leven).
Tot slot van deze pijler 7
Filippenzen 3:10-11 "Dit alles om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende, zou mogen komen tot de opstanding der doden".